Jeanne en Corrie: ‘Je mag in een bijzondere fase heel dichtbij komen’

In 1987 werd in Nieuwkoop het Bijna-Thuis-Huis geopend. Destijds was het de eerste hospicewoning in Nederland, gedragen door een handvol vrijwilligers. Inmiddels zijn meer dan 100 vrijwilligers aan deze organisatie verbonden. Onder hen nog steeds vrijwilligers die de beginfase hebben meegemaakt, zoals Jeanne Schenkeveld en Corrie Remeeus. Dit jaar vieren zij hun dertigjarige jubileum als vrijwilliger van de Hospicegroep. Er veranderde veel in hun tijd als vrijwilliger, maar de essentie bleef. ‘Ieder mens sterft op zijn eigen moment, op zijn eigen manier. Wij proberen daarin mee te bewegen door er voor hen te zijn, met zorg en aandacht.’

‘Ik heb altijd in de zorg gewerkt, zowel in de thuiszorg als in het verzorgingshuis’. vertelt Corrie. ‘Toen het Bijna-Thuis-Huis werd opgericht, was dat groot nieuws in het dorp. De hele omgeving kreeg de geest, en na een oproep in het Witte Weekblad heb ik me aangemeld als vrijwilliger. Ik vond hier uiteindelijk wat ik in de zorg miste: de tijd om met persoonlijke aandacht onze gasten en hun familie te ondersteunen.’ Ook Jeanne had een baan in de zorg en werkte daarnaast als vrijwilliger in Nieuwveen. ‘Dat betrof eveneens de zorg in de laatste levensfase, maar dan alleen bij de mensen thuis’ vertelt ze. ‘Toen die organisatie en de Nieuwkoopse club werden samengevoegd, ben ik in het Bijna-Thuis-Huis gaan werken. Geregeld draaide ik na mijn werkdag nog een extra dienst in het Bijna-Thuis-Huis. Dat was soms best pittig, maar ik had geen partner thuis aan wie ik verantwoording moest afleggen, dus dat maakte het ook wel gemakkelijker. Maar eerlijk is eerlijk: nu ik niet meer werk, heb ik ook meer energie en rust om dit vrijwilligerswerk te doen.’

Taboe

‘Er werd in die tijd nog heel anders naar het overlijden gekeken’, vervolgt Jeanne. ‘Er rustte echt nog een taboe op, en dat werd met de komst van ons huis toch doorbroken. Iedere eerste zaterdag van de maand hielden we een open dag, en dan waren bestuur en vrijwilligers aanwezig om rondleidingen te geven. We hadden in die tijd slechts één coördinator en die was er zowat dag en nacht. Ik kan me nog herinneren dat we hier een man te gast hadden met een groot gezin, en dat die kinderen allemaal in het huis hebben geslapen. Er was een grote betrokkenheid bij onze gasten en ook bij elkaar. Heel warm, alles kon. Maar we moeten het ook weer niet te veel romantiseren, want er kan nog steeds heel veel in onze hospicewoningen in Nieuwkoop en Alphen aan den Rijn. Het is misschien professioneler geworden, maar het idealisme is zeker niet verdwenen.’

Mensen delen soms dingen met ons waarmee ze hun eigen familie niet willen belasten. Dat contact is intens en iedere keer weer anders.

Persoonlijk

De eerste vrijwilligers hadden vaak hun eigen rugzakje, in de zin dat ze zelf ook een dierbaar iemand hadden verloren en dat ze die ervaringen aangrepen om het anders te doen’, vertelt Corrie. ‘Toen mijn eigen moeder bijvoorbeeld overleed, gaven we het afleggen en de verzorging nog uit handen. Achteraf vond ik dat koud en kil, dus bij het overlijden van mijn schoonmoeder, zo’n tien jaar later, hebben we dat echt met elkaar gedaan. Dat was natuurlijk in de privésfeer, maar als vrijwilliger had ik hier intussen wel geleerd dat die laatste fase voor iedereen heel persoonlijk is en dat je daarin keuzes hebt. We werden en worden goed begeleid hoe wij daarin konden ondersteunen, vooral door goed te luisteren naar de cliënt. De VPTZ organiseerde themadagen en trainingen en daar heb ik veel aan gehad. Het zorgde ook dat je niet vervlakte, want iedere keer kwam je weer geïnspireerd terug.’

Professioneler

‘We zijn gegroeid en daardoor is het toch wat professioneler geworden, met meer regels en afspraken’, vervolgt Corrie. ‘De financiële basis is ook breder en beter geregeld. Giften zijn nog steeds belangrijk, maar vroeger was dat de enige inkomstenbron die we hadden. En het huis is veel mooier geworden dan in het begin. Aan de nummers op de deuren kan je nog zien dat we ooit vijf kamers hadden. Nu zijn het er twee, en die kamers zijn ruimer en veel beter voorzien dan toen.’ Jeanne: ‘En de woning in Alphen aan den Rijn kwam erbij, eerst kleinschalig in de Berkenstraat, en vervolgens met de nieuwbouw aan de Lupinesingel. De sfeer in beide woningen verschilt, maar ook daar leer ik weer veel van. Tijden zijn gewoon veranderd, dat merk je ook aan onze gasten en hun familie. Mensen zijn mondiger en weten veel beter wat ze willen. Vroeger kwam de dokter en daar luisterde je naar. Nu voeren we meer het gesprek met elkaar.’

Intens contact

Mensen begrijpen soms niet dat ik dit werk zo leuk vind, maar ik heb de dood eigenlijk altijd wel een interessant gegeven gevonden’, vertelt Jeanne. ‘Wat het zo bijzonder maakt, is dat je in een bijzondere fase heel dichtbij mag komen. Mensen delen soms dingen met ons waarmee ze hun eigen familie niet willen belasten. Dat contact is intens en iedere keer weer anders.’ Corrie: ‘Weet je dat ik al zes jaar vrijwilliger was toen er voor het eerst een cliënt in mijn aanwezigheid overleed? Heel vaak gebeurt het als je net even koffie drinkt met de familie, op een stil moment. De dood hoort er hier gewoon bij, en verder is de sfeer heel gemoedelijk en warm, dus het is echt geen kommer en kwel. Er wordt veel gelachen, maar we kunnen ook goed stil zijn met elkaar.’

Er gewoon zijn

Jeanne: ‘Je moet geen regelneef zijn die de boel wel even overneemt, want de cliënt is leidend. Dat betekent dat je er gewoon moet zijn, praktisch en attent, zonder al te veel vragen of voorstellen, hoe goed bedoeld ook.’ Corrie: ‘Daarom is het ook prettig dat er meer mannelijke vrijwilligers bijkomen. Die zijn op een andere manier zorgzaam. Ze relativeren meer, en dat is een welkome aanvulling in dit vrouwenbataljon. Dus als er heren zijn die dit lezen: meld je aan! We kunnen zeker nog geschikte mannen gebruiken als vrijwilliger.’

Waardevolle les

Zolang ik gezond blijf en het leuk vind, blijf ik dit doen’, vertelt Jeanne. ‘Ik moet er niet aan denken om de hele dag thuis te zitten. Langzaamaan verdwijnt de oude garde, maar het is goed om te zien dat er weer nieuwe vrijwilligers instromen die het stokje willen overnemen.’ Corrie: ‘Dat geldt voor mij ook. We hebben hier zo ontzettend veel met elkaar meegemaakt. Dit werk houdt je een spiegel voor: wie ben je en wat kun je voor een ander betekenen? Dat is een waardevolle les, nog steeds.’

Een VPTZ-organisatie bij u in de buurt?

Bij VPTZ Nederland zijn ruim 200 lidorganisaties aangesloten. Zij bieden palliatieve terminale zorg thuis, in hospices en in een aantal gevallen ook in een zorginstelling. Op deze kaart vindt u snel een VPTZ-organisatie in uw buurt. Elke organisatie werkt op z’n eigen manier. De ene organisatie richt zich bijvoorbeeld alleen op vrijwilliger palliatieve terminale zorg. Andere organisaties hebben een ruimer werkgebied: informeer gerust bij de organisatie in uw omgeving of er ook in uw woonplaats zorg thuis mogelijk is.

Meer verhalen lezen van en over VPTZ-vrijwilligers?

Kijk op de jubileum-verhalen-pagina.